Kastanjebruine rus

Juncus castanea

Tamelijk ruwe plant met een of twee grote, 5 - 10-bloemige clusters, de bovenste kleiner dan de onderste. Zes bloembekleedselbladeren, spits, donkerbruin. Zes meeldraden met gelig-groene helmknopjes. Korte stijl met driedelig stempel. Vrucht groot, 5 - 8 mm. lang, glimmend, bij de punt donkerbruin, duidelijk gesnaveld. Bladeren stevig, gesleufd, 1 - 2,5 mm. breed. Hoogte: 10 - 30 cm. Habitat: Vochtige kale grond bij kreken en sijpelwater. Tamelijk zeldzaam. Lijkt op: Geen. Bloeitijd: Juni - juli. IJslands: Dökkasef (Russenfamilie). - A. Trekrus, Juncus squarrosus, is een zeer zeldzame soort die op de Kastanjebruine rus lijkt. Groeit in dichte bosjes. Bloembekleedselbladeren met bredere vliezige bladrand, bloemstelsel lichter; vruchten kleiner, bladeren ruw en stijf. IJslands: Stinnasef. - B. Zilte rus, Juncus gerardi, is een zeer zeldzame soort op schorren. Ze is rijzig, verwant aan de Trekrus, met delicatere veelbloemige clusters; het schutblaadje is korter dan het bloemstelsel. Wordt op slechts één plek in Zuidwest-IJsland aangetroffen. IJslands: Fitjasef.