Grote vossenstaart

Alopecurus pratensis

Aartjes 1-bloemig, dicht opeen in een cilindrische, grijze, 3 - 8 cm. lange en 6 - 10 mm. brede aar, die bij nadere beschouwing een pluim blijkt te zijn, daar de aartjes zeer kort vertakte steeltjes hebben. Aartjes met een kafnaald die korter is dan de kelkkafjes. Meeldraden hangen tijdens de bloei buiten de aar, met violette of bruine helmknopjes. Halmen cirkelrond. Tongetje 2 - 3 mm. lang, afgeknot maar gepunt. Bladeren afgeplat, 5 - 9 mm. breed. Hoogte: 30 - 120 cm. Habitat: Gecultiveerde woonerven, grasland. Uitheemse soort die lange tijd op woonerven is gecultiveerd en nu in grasland en in greppelranden en langs wegen is ingeburgerd. Algemeen. Lijkt op: Geknikte vossenstaart en Timotheegras: de Grote vossenstaart onderscheidt zich door de kelkkafjes (zie tekening); aartjes slordiger aangehecht aan de bloemstelsel-as. Bloeitijd: Juni - juli. IJslands: Háliđagras (Grassenfamilie).