Veldbeemdgras

Poa pratensis

Variabele soort, pluim 5 - 15 cm. lang. Aartjes 3- tot 5-bloemig. Kelkkafjes doorgaans violet, scherp gevouwen, spits, 3-nervig. Bovenste kroonkafje met wollige haartjes aan de voet en aan de onderste helft van de nerven, spits, met vliezige bladrand, doorgaans het onderste deel groen en het bovenste violet. Kruipende wortelstokken met bladerige scheuten, wortelstokken afgeplat, de bladeren gevouwen tot een kiel; de top boegvormig. Tongetje afwezig bij onderste stengelblad-bladschede; bij de bovenste bladschedes kort, 1 - 2 mm.. Hoogte: 20 - 70 cm. Habitat: Grazige vlakten, woonerven, bemeste gebieden; vochtige bodem, modderpoelen en draslanden op grotere hoogte. Zeer algemeen. Lijkt op: Ruw beemdgras (286A), Straatgras en Alpenbeemdgras: het Veldbeemdgras onderscheidt zich door de kruipende wortelstokken met lange schuitvormige/gevouwen bladscheuten. Bloeitijd: Juni - juli. IJslands: Vallarsveifgras (Grassenfamilie). - A. Ruw beemdgras, Poa trivialis, lijkt op het hoge Veldbeemdgras, maar heeft doorgaans een grote pluim en kleine groene aartjes. Het beste kenmerk is het zeer lange (4 - 8 mm.) spitse tongetje. Habitat: Heeft een voorkeur voor natte habitats of (kwel- en) sijpelwater, maar wordt ook gevonden in ingezaaide graslanden.IJslands: Hásveifgras.