IJslandse moeraskers

Rorippa islandica

Bloemen in korte trossen, zeer klein, 4-tallig. Kroonblaadjes geel, smal, spatelvormig of lintvormig, minder dan 2 mm. lang. Kelkblaadjes korter, rozig of groenig paars, met vliesrandje. Zes meeldraden. Eén stamper, ongeveer 1 mm. lang tijdens de bloei. Vrucht is een ronde ietsje gebogen hauw, 7 – 10 mm. lang en 2 – 2,5 mm. breed; het stengeltje tot half zo lang als de vrucht. Bladeren 1 – 4 cm. lang, sterk variërend van vorm, veerdelig of geveerd, vooral in het onderste deel. Blaadjes gaafrandig, getand of gelobd, het eindstandige blaadje doorgaans groter dan de andere. Hoogte: 3 – 20 cm. Habitat: Meeroevers, de bodem en de randen van plassen die in de zomer opdrogen en vochtige rivieroevers. Tamelijk zeldzaam, behalve in Noord- en Zuidwest-IJsland. Lijkt op: Geen. Bloeitijd: Juli. IJslands: Kattarjurt (Kruisbloemigenfamilie). – A. Sofiekruid, Descurainia sophia, is een zeer zeldzame exoot van de Kruisbloemigenfamilie met zeer kleine gele bloemen en tweede- en derde-orde blaadjes, die lijken op de bladeren van de Mayweed. IJslands: Þefjurt.