Heuvelbastaardwederik

Epilobium collinum

Bloemen rood of roze, 7 – 8 mm. lang. Bloemkelk rood of groen. Acht meeldraden. Stempel gespleten in vier segmenten, de stamper 2 – 3 mm. lang, harig, onderontwikkeld. Stengel cirkelrond, homogeen behaard. Bladeren tegenoverstaand, eirond tot eirond-lancetvormig, stomp, duidelijk getand; de bovenste bladeren vaak harig aan de onderzijde, vooral bij de hoofdnerf. Hoogte: 6 – 12 cm. Habitat: Kliffen, hellingen en engtes, vooral aan de zonzijde. Her en der in Zuid-IJsland, elders tamelijk zeldzaam. Lijkt op: Verschilt van de andere wilgenroosjes (Breedbladige bastaardwederik, Hornemans wilgenroosje, Beklierde bastaardwederik, Moerasbastaardwederik en Alpenbastaardwederik) met haar cirkelronde homogene behaarde stengel, scherpere tandjes, stompe bladpunten en vierdelige stempel, duidelijk zichtbaar in de zon als de bloemen wijdopen staan. Bloeitijd: Juli. IJslands: Klappadúnurt. (Teunisbloemfamilie).