Tere gentiaan

Gentianella tenella

Gladde eenjarige plant. Stengels doorgaans aan de onderzijde vertakt, tenger en donker. Bloemkroon 4-tallig, voor 1/4 tot 1/3 gespleten, lichtblauw of blauwachtig violet, de kelkbuis 1 cm. lang, witte aanhangsels in de keel van de bloem. Bloemkelk slechts half zo lang als de bloemkroon, bijna geheel gespleten, segmenten ovaal of breed-lancetvormig. Vier of vijf meeldraden. Eén stamper, vrucht een cylindrische doosvrucht, gaat bij rijpheid open aan het uiteinde. Bladeren tegenoverstaand, ovaal-eirond, vaak met blauwachtig zweem. Hoogte: 3 –12 cm. Habitat: Vlakke grond, weide en rivieroevers. Tamelijk algemeen in Noord-IJsland, vooral richting binnenland, zelden ergens anders. Lijkt op: Sneeuwgentiaan en Noordse gentiaan kunnen van de Tengere gentiaan worden onderscheiden middels de kelkblaadjes. Bloeitijd: Juni – juli. IJslands: Maríuvendlingur (Gentiaanfamilie).